(B)right 2 Write

Blog and Inspiration 2 Write

Winteruur en vlucht uit de tijd.

Zondag. Zonnetje in mijn ogen op een kille dag. Ik straal een beetje. Ik ben vervuld van een warme gloed. Ik heb geen vroege vogels in mijn nest en word niet opgejaagd door hun gekwetter en gebedel om eten. Mama huismus kan er in gedachten even op uitvliegen, terwijl de nachtraven nog verstokt over hun stokpaardjes dromen. Even de (fabeltjes?) krant lezen, maar nog liever in gedachten aan de haal gaan met verhalen. Vandaag krijg ik een heel bijzonder cadeau: tijd. Ik moet oppassen dat het niet zomaar voorbijvliegt, maar tracht het te koesteren. In deze schijnbare hectische wereld zijn er vaak donderwolken die wensen dat er 25 uren in een dag zijn, omdat ze anders niet genoeg tijd hebben om te schitteren (zelfs als ze daardoor ironisch genoeg niet het zonnetje in huis zijn). Maar uiteraard zijn er nu weer regentranen door de invoering van het zomeruur dat ons systeem zou ontregelen, zodat we er bijna onze pluimen bij zouden verliezen. Ik veer recht bij dit soort uitspraken. Waarom zou je niet gerust zijn omdat je nu eens niet op de vlucht moet voor je eigen haastgedrag? Misschien moet er maar een gezamenlijke vlucht naar het zuiden worden georganiseerd voor rare vogels. Ik speel wel ekster; ik ga liever op zoek naar de glimmende dingen in de duisternis. Ben ik zo een roofvogel? Gevangen ben ik nog niet. Integendeel het geeft een bijzonder vrij gevoel om met de tijd en het zonlicht te kunnen spelen. Vrijheid. Niet eens op een vrijdag. Dag zondag – voor mij zonder kerkuil en als vrije vogel die zingt zoals ze gebekt is; een beetje gek en met vleugels om uit te vliegen naar die oase van rust.

duifV  –  Peace  – Vrijheid  – Free as a bird

I fligh – high – to the sky! Bye-bye!

Tandenborstelthriller

Van drillen, naar gillen, trillen en niet meer willen.

Ik woon in een nieuwbouwappartement. Toen ik er in trok was het nog niet helemaal klaar, maar wel bewoonbaar. In het begin was er dus heel wat geklop, gehamer en boorgedril om onze paleisjes af te krijgen. Ik relativeerde het als een noodzakelijk kwaad en zag er soms een perfect excuus in om mijn nieuwe omgeving te gaan ontdekken.

Nadat de huisjes min of meer afgewerkt waren, kwamen er meer buren die ze natuurlijk tot een thuisje wilden omtoveren, dus mijn lawaaimeter en tolerantiegrens stonden opnieuw voor zware uitdagingen. Klop, klop. Boing boing. Zaag zaag. Dril als thrill – waren de tonen van geregelde concerten waarbij hardrock met schreeuwende elektrische gitaren bij wijze van spreken een slaapliedje was. Maar goed, ook hier wist ik dat ik alles met de mantel der liefde en oordopjes moest bedekken.

En toen, op een mooie dag, waren alle werkmanprinsen, zonder paard maar met de nodige paardenkracht, gepasseerd en leek het verhaaltje uitgeblazen te worden met: “en ze leefden nog lang en gelukkig… in stilte… sssst…).

Toch klonk er, op een minder sprookjesachtige dag, een kakofonie van lawaai. Om 8 uur ’s morgens was het niet rustig wakker worden, tenzij je masochistisch een steeds terugkerend geluid gaat beschouwen als een meditatie-oefening om zen te worden. Tja, dat noemen ze dan gek worden op jezelf, al zou dat met zo’n scenario ook gewoon gek worden kunnen zijn. Dr. Drr. Drrrrrr. OK, feitelijke analyse: de buren zijn nog wat extra verfraaiingswerken aan het doen. Aan de origine van het lawaai te horen leek dat in hun badkamer te zijn. OK. OK. OK. Dat moest dan maar. Dr. Drr. Drrrr. Het leek alsof ze met een boor bezig waren, zodat ik de indruk kreeg naast een tandartskabinet te wonen. Dr. Drr. Drrrr. Dril. Na een uurtje of zo op mijn tanden te hebben gebeten (“tja, je moet begrip hebben voor je medemens”) stopt het lawaai plots. Eureka, de beproeving deed mij op mijn tandvlees lopen, maar ik had het tenminste overleefd en kon overgaan tot de orde van de dag. Helaas was dat te snel positief gedacht, want een uurtje later werden de trillende decibels opnieuw geproduceerd. Dril. Dril. Dril. Gil, gil, gil. Ik.moest.het.doorstaan. Ik moest weer verder gaan. De storm gaat weer even snel liggen als hij was gekomen. Joehoe, stil, stil, stil. Maar dan laait hij weer op. Dril. Dril. Dril. Bisnummer. Trisnummer. Neen, van mij geen applaus. Rond de middag leek het geen tijd voor pauze. Dril, dril, dril in het kwadraat, tot de zoveelste macht en vooral vermenigvuldigd. Ik zucht en zucht en zucht. Ik bijt op een houtje. Ik bijt door de zure appel. Ik bijt op mijn nagels. Ik wil van mij afbijten. Ik ben het zo beu als kiespijn. Het lawaai gaat maar door en door en door, om dan heel even te stoppen en daarna schijnbaar weer een tandje bij te steken.

Mijn hersenradertjes draaien op volle toeren. Wat moet ik doen. Passief zijn en verder lijden met een fake tandpaste smile omdat je als buur verdraagzaam moet zijn en sympathiek gevonden wilt worden. Of actief en leidend toch maar eens gaan horen wanneer die werken beëindigd zullen worden.

Dril. Dril. Driiiiil. Driiiiingend hoofdpijnstillers nodig. Ik besluit eerst nog maar even op onderzoek uit te gaan. De badkamer lijkt een episch centrum van mijn lokale aardbeving. Opeens krijg ik de ingeving om eens out of the box te denken en te kijken of de oorzaak niet bij mij ligt. Zou het luchtventilatiesysteem falen? Is er ergens in de kasten iets aan de hand? Ik speur naar die verdomde malheur, maar kan niets ontdekken. Totdat ik, als met een blikseminslag, opeens iets zie dat schijnbaar staat te dansen. Het zou toch niet… neeeee… eh jawel dus, mijn elektrische tandenborstel staat aan en blijkt het lawaai te maken dat al zo lang op mijn zenuwen werkte. Hij leek behekst en kon zich al de ganse ochtend spontaan aan en uit zetten. Ik zet hem af, ruk de batterijen er uit en verban hem zonder pardon naar de vuilbak, omdat ik nooit maar dan ook nooit meer in zijn verwoestende energiestroom wil terechtkomen. Poets om poets. Mijn tanden worden voortaan op een andere manier gepoetst. Veel later, als ik mij weer wat zen voel, kan ik er wel om lachen – als een boer met kiespijn.

« Oudere berichten

© 2024 (B)right 2 Write

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑